Een plezant winterwerkje in je tuin is de aanleg van een takkenril of houtwal. Het is typisch voor een natuurlijke tuin, want zo’n dode haag is een compleet ecosysteem op zich. Het is een ideale rustplaats voor tal van insecten en spinnen die hier beschutting vinden. Deze trekken dan weer vogels aan op zoek naar voedsel. Zowel muizen als vogels maken hier graag hun nest en sommige vlinders zetten hun eitjes af op de dode takken. Amfibieën, ringslang en egel gebruiken de houtwal dan weer als overwinteringsplek. Na verloop van tijd zullen er paddenstoelen opgroeien, mosjes, varens en ook andere plantjes die kiemen uit zaadjes aagenvoerd door de dieren. De aanleg van zo’n dode heg leidt dus heel snel tot een tuinplek vol leven.
Hoe begin je eraan? Een takkenril is een eenvoudige constructie van 2 rijen houten palen waartussen je snoeiafval kan stapelen. Idealiter gebruik je dikke takken of onbehandelde palen (5 à 8 cm diameter, 1,5-2m lengte) die je tot 50cm ingraaft en stevig in de grond zet op 0,5 tot 1m van elkaar. De takkenril kan zo kort of zo lang zijn als je wil. Vaak hangt de grootte vooral af van hoeveel groenafval je hebt. Leg de dikke takken onderaan in horizontale richting en vul op met dunnere takken en eventueel zelfs bladafval zodat het een vrij dichte haag vormt. Je kan tot 2 meter hoog gaan maar vaak is 1 meter al voldoende.
Met een takkenril help je de natuur een handje, geef je snoeiafval een nieuwe bestemming en geniet je van een mooie natuurlijk afschutting. Aan de slag met al dat dood hout!